Detroit met Jordi - Reisverslag uit Detroit, Verenigde Staten van Jizzo Bosdriesz - WaarBenJij.nu Detroit met Jordi - Reisverslag uit Detroit, Verenigde Staten van Jizzo Bosdriesz - WaarBenJij.nu

Detroit met Jordi

Blijf op de hoogte en volg Jizzo

20 Mei 2015 | Verenigde Staten, Detroit

Zoals gezegd, we gingen naar Detroit. Om daar te komen moesten we eerst heel vroeg op en naar het centrum om de eerste trein te halen (07.35). Die deed er een uur of vier over om in Windsor aan te komen, Windsor wordt slechts door de Detroit rivier gescheiden van Detroit (en dus de VS) en verbonden via een tol-brug en -tunnel. Dat betekent dus eerst nog weer een stadsbus en vervolgens de Tunnel Bus, een stadsbus die door de tunnel naar Detroit rijdt, en onderweg stopt bij de doune. Daar duurde het allemaal wel wat lang, meestal hebben ze enkel Canadezen en Amerikanen in de bus, maar wij moesten nog het een en ander aan formulieren invullen en een paar dollar dokken voor we een stempel in het paspoort kregen. In Detroit verbleven we in een airbnb appartement in een vrij oud gebouw net ten noorden van Downtown en ten zuiden van Midtown. We waren nog net op tijd om de gastvrouw daar te treffen, anders hadden we nog weer ergens anders heen gemoeten om de sleutel op te halen.

Omdat we er maar een paar dagen waren wilden we hier optimaal gebruik van maken en hebben we meteen de middag van de aankomst nog een cultureel uitje gemaakt. Detroit is, meer nog dan andere Amerikaanse steden, te groot om te lopen en zeer slecht voorzien van openbaar vervoer. Daarom hebben we gebruik gemaakt van uber, een handige taxi-dienst, je geeft in de app aan van waar naar waar je wilt rijden en de app stuurt de dichtstbijzijnde chauffeur (dat zijn gewoon particulieren) naar je toe. We hoefden dus maar 4 min te wachten. Het handige is ook dat je automatisch betaalt met creditcard, dus geen cash aan de chauffeur hoeft te geven. Maargoed, met de uber gingen we naar het Motown museum. Motown is afgeleid van de bijnaam van Detroit, Motor Town of Motor City, verwijzend naar de historisch sterke aanwezigheid van de auto-industrie. Dit museum is gevestigd in oude studio van de legendarische platenmaatschappij. We kregen daar een rondleiding van een zeer enthousiaste jongen, die ons langs de vertrekken van het kleine gebouwtje leidde. Daar zagen en hoorden we veel over de historie (opgericht met een lening van $800 dollar in 1959, verkocht voor $61 miljoen in 1988) en de grote namen die begonnen zijn bij Motown: Diana Ross & the Supremes, Marvin Gaye, the Temptations, Stevie Wonder, the Jackson 5 en nog vele anderen. Zo kregen we te horen dat zelfs Martin Luther King hier een album heeft opgenomen (geen muziek, maar gesproken woord). In die tijd hadden de radiostations het beleid dat ze per uur maximaal drie platen van een platenmaatschappij draaiden. Berry Gordy, de oprichter, was zo vernuftig om in totaal 35 platenmaatschappijen op te richten die allemaal onder de koepel van Motown vielen, met dezelfde artiesten, songwriters en muzikanten. De tour eindigde in de studio waar de gids ons voorging in een samenzang van “My Girl” van de Temptations, een van de grootste Motown-hits.

Daarna gingen we met de uber weer terug richting downtown, waar we eerst een rondje gemaakt hebben met de people mover. Dit is een soort treintje (het ziet eruit als monorail) die op een verhoogd spoor een rondje maakt door het centrum. Het is nogal een kort rondje en komt langs de meeste bezienswaardigheden en openbare gebouwen, waardoor het eigenlijk vooral gebruikt wordt door toeristen. We hebben daar gegeten bij de Five Guys, een hamburger-keten, die wel noemenswaardig is. Ze gebruiken duidelijk verse ingredienten (je kan zelfs lezen van welke boerderij de aardappels van die dag komen) en de burgers zijn goedgevuld, niet enkel een lullig blaadje sla. Ook het frisdrank-apparaat (niet specifiek van five guys, maar van coca cola) was een hit. Hier kan je je drankje min of meer zelf samenstellen, cola, fanta, sprite als basis met alle smaakvarianten mogelijk (vanilla, cherry, raspberry, etc.) en alles ook in light of zero verkrijgbaar. Het blijft fastfood, dus heel gezond is het niet, maar naar mijn smaak tien keer beter dan de McDonalds en dergelijken die we in Nederland hebben.

Zondag hebben we eerst maar eens uitgeslapen na twee dagen vroeg op. Daarna zijn we gaan lopen naar het Detroit Historical Museum, dit is een gratis museum waarin de hele geschiedenis van de stad voorbijkomt. Het begon met een nagemaakte 18-eeuwse winkelstraat die een indruk en uitleg gaf over leven in Detroit in die tijd. Verder kwam natuurlijk de auto-industrie ruim aan bod, zo stond er een deels bewegende lopende band waarop de carrosserie op het frame werd gemonteerd, en kon je poseren in een model-T Ford. Ook was er aandacht voor de grote bijdrage van Detroit aan de productie van voertuigen enzo tijdens WOII, de muziekindustrie (niet enkel Motown, maar ook bijv. Madonna, Alice Cooper, en later Eminem), en de underground railroad. Dit was een soort informeel netwerk wat gebruikt werd door ontsnapte slaven uit het zuiden om te vluchten (via Detroit) naar een vrij bestaan in Canada, waar de slavernij al was afgeschaft. Hierna hebben we enkel nog even rustig rondgelopen langs de Riverfront, het stuk aan de rivier wat recent opgeknapt is. Er is nu een uitgestrekte wandelpromenade en een aantal parken, waar op zo’n zonnige zondagmiddag de gezinnen uit Detroit komen om te ontspannen. In de people mover op de weg terug vingen we een apart gesprek op: of het verrassingsfeestje voor Nacho en Casanova nou een onderwater-thema moest krijgen, of een Godzilla-thema, zoals het feestje van Vader. Ik vond het al vrij exotische namen, en kennelijk zagen ze dat aan onze reactie, want ze verzekerden ons ervan dat het hier ging om katten. Want zoals ze zelf ook al zeiden: wie zou er nou niet een verrassings-verjaardagfeestje organiseren voor zijn kat?

Maandag was de dag waarvoor we eigenlijk naar Detroit kwamen, onze Urbex tour (kort voor Urban exploration). Dit houdt in het verkennen van interessantere delen van de stad. Even wat achtergrond, Detroit had rond 1950, in de hoogtijdagen van de auto-industrie, zo’n 1,8 miljoen inwoners. Met name in de jaren ’80 en ’90 liep dat sterk terug doordat de fabrieken verhuisden naar buitenwijken en/of landen waar de productie goedkoper is. Ook waren er in de jaren ’60 grote spanningen tussen de zwarte en de blanke bevolking, die er aan bij hebben gedragen dat veel van de blanke middenklasse naar de buitenwijken is verhuisd. Gevolg hiervan is dat nu meer dan de helft van de woningen leeg staat, en er in totaal zo’n 90,000 gebouwen leeg staan. Het aparte is wel dat dit verspreid is over de hele stad, waardoor je dus steeds ziet dat er mensen wonen in een straat waar de rest van de woningen is ingestort/afgebrand of dichtgetimmerd. Ook zijn er al veel woningen gesloopt, waardoor je op veel plaatsen, ook dichtbij het centrum, stukken braakliggende grond ziet, soms overwoekerd met gras, struiken en bomen. Dit noemen ze de urban prairie, de natuur die terrein terugwint op de stad. Omdat veel van de interessante leegstaande gebouwen vrij ver uit elkaar liggen, en het niet altijd duidelijk is of een gebouwe veilig te bezoeken is of niet, hadden we een persoonlijke gids gevonden op interent. Alanna, kwam ons met de auto ophalen en vertelde veel van bovenstaande informatie op weg naar onze eerste stop. De Fisher Body Plant, een grote fabriek van 7 verdiepingen, door de auto-industrie verlaten in de jaren ’50. Daarna zijn delen van het gebouw nog wel tijdelijk in gebruik geweest, maar sinds het einde van de jaren ’90 staat het echt leeg. Niemand heeft er behoefte aan om het te slopen, want er is weinig geld, en genoeg ruimte om elders te bouwen. Dit maakt het tot een moderne ruïne, voor avontuurlijke toeristen. We liepen door de grote lege ruimtes waar overal gebroken glas en afbrokkelend beton ligt, alles van enige waarde is er al uitgesloopt, inclusief alle metalen leidingen. Alanna wist ons nog te vertellen dat de houten trapleuningen in een van de trappenhuizen vrij recent zijn geinstalleerd, omdat hier opnames voor de film Transformers zijn gemaakt, en van de verzekering moest het wel veilig zijn voor de crew om boven te komen.
De volgende stop was de St. Agnes kerk, die pas sinds 2006 definitief verlaten is. Maar als je er binnen rondloopt zou je denken dat dit al veel langer zo is, het pleisterwerk aan alle muren en pilaren is al zover afgebrokkeld. Het Bisdom heeft de glas-in-loodramen verwijderd en vervangen door gewoon glas, maar alle ramen zijn al gesneuveld. Daardoor hebben de wind, regen, sneeuw en kou nu vrij spel, het gebeurt zelfs wel eens dat er mist hangt in de kerk. Zoals de meeste gebouwen is de binnenkant niet ontworpen voor deze omstandigheden, met name dat het vochtig wordt, bevriest en dan uitzet zorgt ervoor dat het allemaal zo snel uit elkaar valt. Langs de rand was er een aantal decoratieve keramieken tegeltjes geplaatst, die waren allemaal nog wel in goede staat, dat was dan weer opvallend.
De volgende stop zou zijn de Lee Plaza, een oud sjiek hotel, maar vanwege een groepje hangjongeren daar leek het onze gids niet zo’n goed idee de auto daar te laten staan, dus zijn we eerst nog even doorgereden. De derde stop werd dus de Packard Automotive Plant, ook een oude auto-fabriek, nog groter dan de eerste. Dit was in 1903 de meest geavanceerde (auto)fabriek ter wereld, maar al een paar decennia later, door de opkomst van de lopende banden bleek het toch handiger te zijn alle fabrieksonderdelen op één verdieping te hebben, en dus waren al dit doort fabrieken in een klap achterhaald. Delen ervan zijn wel gesloopt, maar grote delen staan er nog, er woont zelfs iemand in een oude loods daar. Zoals veel van de oude leegstaande gebouwen is deze ook door een rijke investeerder gekocht, die zorgt er dan ook voor dat er bewaking rondrijdt en dus mag er eigenlijk niemand naar binnen. We hebben dan ook maar heel even rondgekeken. Het feit dat de investeerder het gekocht heeft wil niet zeggen dat je kan merken dat er wat aan gedaan wordt, in veel gevallen zijn er nog geen concrete plannen om het op te knappen, en soms wordt het weer doorverkocht zonder dat er iets gebeurt is.
Daarna reden we nog langs de Heidelberg Project, dit is een soort openbaar straat-kunst project. Het is opgericht door een voormalige bewoner die geschokt was over de slechte staat van de wijk nadat hij terugkwam uit de Vietnamoorlog. Het is begonnen als het verven in vrolijke kleuren en patronen van de gebouwen in één straat, in samenwerking met de lokale bewoners, en met name de kinderen uit de buurt. Het is verder gegroeid door de huizen op te leuken en kleine kunstinstallaties in te richten tussen de huizen in, alles met achtergelaten spullen die ze hebben gevonden. Dus een roeiboot vol knuffeldieren, hele stapels schoenen, een boel oude poppen, en een huis dat bestond uit een houten frame met oude elpees eraan gespijkerd. Een aantal van de huizen zijn de afgelopen jaren afgebrand, vrijwel zeker aangestoken, maar de kunstenaar gaat gewoon door en probeert er iets positiefs van te maken.
Daarna zijn we teruggegaan naar de Lee Plaza. Het is in de jaren ’20 gebouwd in een mooire Art Deco stijl, als luxe hotel (17 verdiepingen), daarna is het omgebouwd tot appartementencomplex, en tenslotte nog tot bejaardenhuis. Het is definitief gesloten in de vroege jaren ’90. Op de begane grond zijn alle ramen dichtgemetseld, maar in een van de bijgebouwtjes is een stuk van dit metselwerk uitgebroken waardoor je nu naar binnen kunt. De voormalige balzaal is nu een puinhoop en in de lobby is werkelijk alles wat los of vast zat er uit gesloopt. In een van de badkamers waren de marmeren tegels nog wel intact, blijkbaar zijn die te lastig te verwijderen. Hier merkte je pas op de vierdiepingen hoe groot het verval was, omdat daar alle ramen eruit waren (deels door de natuur, deels door mensen die de kozijnen gejat hebben). Zoals eerder beschreven is een betonnen gebouw er niet op voorzien dat de elementen vrij spel krijgen en door het gebouw heen razen. Het was moelijk te geloven dat de totale vernieling die je hier zag niet met hamers en zwaar sloopmateriaal is gedaan, maar slechts door wind, regen en vorst. Het leek op sommige plekken al bijna op de erosie zoals je die kent uit de vrije natuur, zoals wind en water bergen kunnen vormen, zo kan dat natuurlijk ook met beton. In sommige kamers vond je nog oude kleding, blikken eten en papierwerk. Zoals veel van dit soort gebouwen kan je ook merken dat er na de sluiting nog mensen verbleven hebben, daklozen waarschijnlijk, maar onze gids is er in al haar tochten nog nooit een tegengekomen.
De laatste stop was het Michigan Central Station, het voormalige treinstation van Detroit, gesloten in 1988. Het is een voor een station opvallend hoog gebouw, met een grandiose facade, met zuilen en geveldriehoeken. Hier stond helaas een stevig hek omheen en was duidelijk beveiliging aanwezig. Want ook dit is weer opgekocht, en hier is wel enige activiteit, zo worden er weer ramen ingezet, en schijnen ze een lift aan het bouwen te zijn. Wat er mee gaat gebeuren is echter nog niet duidelijk. Ook hier zijn meerdere films opgenomen, het nodigt ook wel uit, zo’n mooi groot leegstaand gebouw.
Op de terugweg kwamen we nog langs de Michigan Building, een oud theater en later nachtclub. We zijn hier niet naar binnen geweest, maar ik vond het de moeite waard even te vermelden, want het heeft een onverwachte nieuwe bestemming gekregen. In de jaren ’70 sloot ook de nachtclub en zater en bovenin het gebouw een aantal kantoren, die dreigden ook te verdwijnen omdat ze klaagden over een gebrek aan parkeerruimte. Toen is de theaterzaal opgengebroken en omgebouwd tot parkeergarage, waardoor je nu een parkeergarage hebt met een grandioos versierd plafond (zie: http://weburbanist.com/2011/01/01/detroits-michigan-theater-the-worlds-most-beautiful-parking-lot/).
Later die middag stapte ik in Detroit in de Greyhound bus terug naar Toronto, Jordi bleef nog een nachtje, voor hij naar Washington vertrok voor het vervolg van zijn Noord-Amerikaanse rondreis.

  • 21 Mei 2015 - 12:25

    Marij:

    Geweldig, die parkeergarage! En ook jouw verhaal is weer prachtig! Erg leuk om zo mee te krijgen wat jullie allemaal gezien en beleefd hebben daar. Hoe kan er nog woningnood bestaan of een hypotheekcrisis in zo'n stad?

  • 21 Mei 2015 - 15:32

    Jizzo Bosdriesz:

    Tsja, zolang de werkloosheid hoog blijft, blijven er mensen die geen woning kunnen krijgen. En de mensen die al een huis hebben, met hoge hypotheek, hebben een probleem omdat ze dat huis niet meer kunnen verkopen, en als ze er in slagen is de prijs maar een fractie van wat ze geleend hebben.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Verenigde Staten, Detroit

Toronto

Drie maanden als gastonderzoeker in Toronto

Recente Reisverslagen:

24 Juni 2015

Laatste dagen

16 Juni 2015

CN Tower Edge Walk

11 Juni 2015

Montreal

03 Juni 2015

Hard werken

25 Mei 2015

Doors Open
Jizzo

Actief sinds 07 Feb. 2015
Verslag gelezen: 196
Totaal aantal bezoekers 6350

Voorgaande reizen:

01 April 2015 - 25 Juni 2015

Toronto

Landen bezocht: